Ik hou (toch wel weer) van Holland.

Moet nu ineens aan mijn schoonvader denken die Nederland, voordat we vertrokken, voor het eerst: los Paises profundamente Bajos, noemde. Ik had het niet meer. Waarom hij het zei weet ik niet, maar hij wilde even aangeven dat Nederland ‘gewoon heel laag’ ligt. De manier waarop hij het zei vond ik simpelweg zo geestig. We hebben er nog dagen over nagesproken en ik zei tegen mijn vriend dat we zijn ouders een kaart moesten sturen vanuit NL, met dit zorgvuldig uitgepikte koosnaampje voor mijn land. Na deze dagen ben ik tot een conclusie gekomen: ik hou toch wel weer van Holland.

Zoveel te doen!

Zoals dat gaat waren we tijdens de dagen in Nederland zo druk (zoveel te doen!) en zijn we letterlijk één keer naar een winkel geweest om souvenirs te kopen. Die kaart zijn we daarbij compleet vergeten natuurlijk. Souvenirs waren in mijn geval overigens een boekje van Nijntje voor onze dochter en wat Nederlandse magazines voor mezelf, want die heb je nu eenmaal nergens in Spanje.

Raar ding ook dat ik normaal ’s ochtends schrijf, journal. Het is niet dat ik er geen ruimte voor had op de hotelkamer, maar er kwam gewoon niets uit. Nu besef ik me dat ik er geen ruimte voor had in mijn hoofd, in mijn lichaam. Er gebeurde zoveel dat ik ging zitten en alleen maar suisde. Dacht alleen maar aan dingen die ik overdag wilde gaan doen, niet aan ‘rustig schrijven’.

Mijn schrijfdrang was er ineens weer in de vorm van een spraakwaterval in het vliegtuig terug en daarvan deel ik graag een stuk. Mooi om te beseffen dat schrijven voor mij dus ook verwerking is. Ontspanning, maar ook verwerking.

Mijn vriend heeft het geregeld

Opeens dringt het tot me door: ik hou, toch wel (weer), van Holland. En dat heb ik best een tijdje niet gedaan. Mocht ik niet van mezelf. Ik was boos op Nederland, omdat m’n ouders niet meer leven, ik m’n ouderlijk huis niet meer heb en ik door een bak ellende ben gegaan de laatste jaren.

Nederland was te confronterend en daardoor moest het bijna 1,5 jaar duren voordat ik weer voet op eigen bodem zette. Telkens had ik weer een excuus om niet naar mijn Paises -profundamente- Bajos te gaan. (Paises Bajos is de Spaanse benaming voor NL en de rest is een grapje van mijn schoonvader).

Ik hou toch wel weer van Holland
Efteling

Eerlijkheid gebiedt me te zeggen dat m’n vriend de reis half heeft geregeld. En prijs die man! Hulde. Geef ‘m een standbeeld. Zonder hem waren we, denk ik, niet gegaan.

Via Hamburg naar Amsterdam

Heb zó gehuild toen we de grens overreden tussen Duitsland en Nederland – we gingen eerst naar Hamburg en dat kwetsbare/naakte gevoel wat ik kreeg in de trein, was precies waarvoor ik bang was. Exact waarom ik niet naar Nederland wilde. Een leeg, naar gevoel dat me compleet overmande. Een gevoel van eenzaamheid wat zorgde voor een gigantische golf van tranen.

Tranen met tuiten kwamen eruit, en in plaats van te denken: oh nee, de mensen kijken naar me, vlug ophalen die tranen en lachen (deed ik normaal) – liet ik het stromen. Hallo, vooruitgang! Maakt MIJ het toch uit, zeg. Ik ben verdrietig, dus ik huil (moet ineens denken aan Het Goede Doel met Ik dans, dus ik besta). De tijd van opkroppen is voorbij (hoort iemand anders ook de oude tune van GTST?).

Ik liet het gaan en weet je wat? Voelde meteen dat er wat heelde.

Ik hou, toch wel (weer), van Holland

Sodeju, wat voelt het goed om weer van m’n eigen land te houden, me er weer thuis te voelen, en weer naar Nederland te willen. Sinds ik me kan herinneren plaats ik andere landen, Duitsland vooral, op een voetstuk. Waarom in hemelsnaam? Door onze tijd in Hamburg ben ik een heel eind genezen van Duitsland, maar da’s weer een ander verhaal. Ik ben natuurlijk vooral gek op Berlijn, maar dat is logisch. Heb er bijna 5 jaar gewoond, mezelf leren kennen, mijn partner und so weiter, und sofort.

Ding is dat ik Duitsland op een bijna ‘ongezond’ voetstuk plaatste. En boven mijn eigen land. Boven waar ik vandaan kom. Ik zette het Duits voor het Nederlands, mijn moerstaal, de taal waarvan ik me de laatste maanden besef dat het echt de mijne is.

Dat het goed genoeg is, dat ik ook hier in Spanje waar ik woon met Nederlands kan omgaan. Dat het fijn is om met ‘je eigen mensen’ te keuvelen. Nu heb ik er toevallig (wat is toevallig?) twee ontmoet waarmee het lekker klikt en dat voelt toch als thuiskomen, een gesprek in je eigen taal.

Het mag er allemaal zijn!

M’n meest dierbare vrienden zitten in Nederland, en aangezien ik al 10 jaar in het buitenland (Berlijn, Barcelona, Vilanova) woon – wil dat heel wat zeggen.

Slechts één vriendin is er tijdens ALLE good and bad voor me geweest, en dat is me zo dierbaar. Gisteren zag ik haar weer en het was weer heerlijk. Alsof ik haar vorige week nog zag. Zo’n ongelooflijke dierbare vriendschap. Een vriendin die een dag vrij vraagt om wat leuks te gaan doen als ik eens in Nederland ben.

Ja, dat betekent alles voor me.

Ik heb vaak gedacht: wat moet ik in Nederland? Wie zit er op mij te wachten? Besef me na 5 dagen in m’n eigen kikkerlandje, dat ik mezelf zo tekort heb gedaan.

Het mag er allebei, of moet ik zeggen, alledrie zijn: ik mag van Nederland, Berlijn én Spanje houden. Het hoeft niet of/of te zijn. Dat maak ik er helemaal zelf van, en dat verhaal heb ik niet meer nodig.

Ik houd van ze alledrie, ze bevatten alledrie een groot deel van mijn leven en ik zie het als privilege dat ik met alledrie verweven ben.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Scroll Up
Translate »